Home is where the heart is

20 maart 2017 - Hillcrest, Zuid-Afrika

Aaah wat gaat het snel! Over minder dan een week komt Freek naar Durban gevlogen en gaan we na een roadtrip van 2,5 week samen naar huis. 15 april landen we op Nederlandse bodem. We blijven het eerste weekend in Durban, waar ik Freek aan iedereen ga showen. Het feit dat hij wit is geeft hem hier waarschijnlijk al een voorsprong. Nadat ik hem ‘mijn’ stad heb laten zien, rijden we naar het noorden; naar St. Lucia en national park Hluhluwe en iSimangaliso (deze twee woorden heb ik zonder te spieken opgeschreven, Zulu-punten!). Vervolgens rijden we van Durban naar de Drakensbergen en via Hogsback rijden we naar de kust, waar we de Garden Route pakken naar Kaapstad.

Ik word heen en weer geslingerd tussen het op mijn plek zijn met de mensen, het weer en het dagelijks leven, maar ook het gemis wat groter wordt nu het einde zo dichtbij is.

Mijn Zuid-Afrikaanse leven is inmiddels helemaal ingericht, routines zijn ontstaan. Elk weekend ontbijten wij bij Heidi’s (een backpackerscafeetje) bij ‘ons’ strand Ansteys en wanneer we te lui zijn voor onze boodschappentrip, eten we pizza van de Perfect Pizza Boys op de hoek. De dames van de buurtsuper pakken automatisch de nieuwe pinautomaat, omdat onze helse nederlandse bankpas niet werkt op de rest van de machines. Schijnt de zon, dan lopen we naar het strand en installeren we ons op het zand (geen wind) of het gras (wind, dus gezandstraald op het strand). Soms komen collega’s erbij zitten of lifeguard Joe die snel weer wordt afgeleid doordat er mensen teruggefloten moeten worden uit de woeste golven. Ik hardloop (hobbel) af en toe na werk naar het strand en kijk dan naar de surfers en de ondergaande zon terwijl ik oefeningen op een duin doe. Alle zwervers in de buurt kennen we van gezicht en af en toe kopen we brood/fruit/water op voorwaarde dat ze niet elke keer als we langslopen gaan bedelen.

Op de weg naar het strand, die we bijna dagelijks afleggen, zit hele dagen een vrolijk oud mannetje aan de kant van de weg. Op een plastic stoeltje, fluorescerend vest over zijn nette pullover en gesteven broek, houdt hij de villa aan de overkant van de weg in de gaten. Wat deze goedlachse oude lachebek kan betekenen in geval van gevaar, is ons een raadsel. Wanneer we hem zien, lacht hij breed en groet hij bedeesd en beleefd. Soms maak ik een praatje met hem, wat hij zichtbaar gezellig vindt. Wanneer ik zwoegend langs ren, steekt’ie een bemoedigende duim op. Op een warme namiddag stond hij op uit zijn stoel, pakte mijn hand en sleepte me op zijn nette leren schoenen de heuvel omhoog. Proestend van het lachen vroeg ik naar de reden van dit plotselinge sprintje. Hij kuste al rennend mijn hand en zei: ‘because it is you, I love you!’. Wat een heerlijke mensen.

Het slapen gaat hier altijd slecht. Het is verstikkend warm/vochtig. Slapen met de ventilator maakt lawaai en bezorgt je keelpijn, maar ramen open zorgt voor muggen/kakkerlakken/katten. Elke avond wordt de kamer heerlijk gesprayd met insecticide (DOOM-spray; topspul). We hebben etentjes, borrelavondjes, bankavonden en uitjes. Echt op stap gaan we alleen met groepen vrienden/collega’s, niet zo snel met z’n tweeën. Laatst was er weer een chic bootfeestje waar we met een leuke groep mensen van Blue Roof heen gingen. Het is een feestje waar alles eruit ziet alsof rechtstreeks uit een dure hip hop videoclip gekopieerd; gouden tanden en kettingen, flessen wodka in koelers, alles wit, uniform en glimmend. We wisten dat er geen eten op de boot te krijgen was en voor hollandse meiden met een gezonde eetlust is van 15.30 tot 21.00 op een boot met drank, maar zonder eten, niet een heel waterdicht plan. Afrikaanse mensen lijken niet echt een solide eetritme te hebben en kunnen prima 4 uur niks eten en zich dan voor 3 dagen volstouwen. Ik niet. Dus; we hadden drie pakjes mueslikoekjes, twee hardgekookte eieren en -natuurlijk- een wortel in mijn handtasje gepropt. Toen we zagen dat de uitsmijter alle tassen controleerde, begon de paniek op te borrelen. Meer over het gênante feit dat wij een complete voedselvoorraad naar een upperclass bootfeestje hadden meegezeuld, dan over de angst deze kwijt te raken. Helaas was er geen mogelijkheid om de smokkelwaar onopvallend te lozen. Toen ik eenmaal naast de hele grote, brede, zwarte bouncer stond en mijn koekjescollectie beschaamd uit mijn tasje frummelde, moesten ze dan ook hartelijk lachen. Hij kon de koekjes niet toestaan, dus propte ik de koekjes in de zakken van zijn colbert en smeekte hem of ik hij deze aan het einde van de avond weer terug mocht (de koekjes waren heel lekker + gierige Hollanders). De eieren had hij in alle commotie niet gezien, dus deze hebben Do en ik stiekem op de luxueuze, marmeren wc opgesmikkeld (de schoonmaakster zal wel denken: eierschalen?!).

Aan het eind van de avond schraapte ik mijn moed bijeen, waggelde naar de uitsmijter en maakte hem duidelijk dat ik mijn koekjes kwam innen. Braaf haalde hij de drie perfect intacte pakjes uit zijn jasje. Ik was zo blij. Hij mocht er eentje houden voor de moeite.

Op de boot waren wij de enige overduidelijk witten (als je de albino uit onze crew niet meetelt) en werden-natuurlijk- weer als celebrity’s onthaald. Zaten we niet op te wachten, maar we werden toch meegesleept naar de stuurhut om kennis te maken met de kapitein (en een fotoshoot mocht ook niet ontbreken). Dat blijft ongemakkelijk, die voorkeursbehandeling die je om je huidskleur krijgt. Ik hoef nooit ergens langer dan 5 minuten te wachten, krijg overal een drankje aangeboden en iedereen denkt dat de dikke Audi bij het politiebureau van mij is. Veel zwarte of coloured mensen reageren verrast dat ik überhaupt met ze praat. Mijn vrouwelijke Zulu collega’s zijn jaloers op de vrijheid waarmee ik ben opgegroeid en zeggen grappend tegen mij: I wish I was white. Dan kan je de kleding dragen die je wil, heb je een sleutel van je eigen huis, regel je zelf je bankzaken en kookt je man ook eens het avondeten. Apartheid is still alive.

Ik zie dezelfde mensen in het ziekenhuis, in de Spar, op straat, dan weer bij de politie of het postkantoor. Je gaat mensen kennen en herkennen, wel bijzonder in zo’n buurt waar je zo vreemd bent. Mensen wennen aan je, hoe erg je ook uit de toon valt. We gingen laatst naar het openbare zwembad van Wentworth, wel weer met een groep, want uit de risico-analyse (die je elke keer maakt) bleek dat Do en ik alleen niet een veilig plan was. Het bad was gevuld met zo’n 40 puberjongens (meisjes zwemmen niet) welke allemaal eerst een moment stil vielen en toen als één muur gingen joelen en juichen toen wij uit de hokjes kwamen. Ik begon even te twijfelen of ik wel een bikini aan had. Snel in het water gesprongen, waar de jochies al op ons af zwommen en vroegen of ze onze boyfriend mochten zijn. A la streetwise antwoord je dan: ‘Hayibo! Bru, I could be your mum!’. Dan is het ijs gebroken en richten ze zich weer op het spel wie de beste salto kan maken zonder met je hoofd op de tegels te knallen.

Do en ik gingen, net als bijna iedereen, op zondag met een collega naar de kerk en wel de gospelkerk. Het was bijna net zo vervreemdend als in het zwembad, want wij moesten als nieuwe bezoekers van de kerk opstaan en werden luidkeels toegezongen. De uren daarop gingen de handjes in de lucht, konden we de catchy liederen via een scherm mee brullen en zijn we natuurlijk met veel knuffels warm onthaald. We zagen vrouwen huilen van ontroering, hardop (schreeuwend) bidden en billen die werden geschud in het huis van God.

Zuid-Afrikanen houden ervan om dingen out in the open te zeggen, nemen geen blad voor de mond en hechten niet veel waarde aan privacy. Bedenk je wat je in Nederland doet als je ziet dat de jurk van een vrouw onverwachts omhoog waait en je haar ondergoed ziet. De meeste mensen zouden discreet doen alsof ze dit niet zien. Hier niet. Hier komt een man grinnikend naar je toe gelopen en geeft de gouden tip: volgende keer dat het gebeurt, wijs je omhoog en ‘pretend there’s something very interesting going on up there’. Ook is er in Nederland gedurende hulpverleningsgesprekken een zekere mate van terughoudendheid om info uit de relationele sfeer prijs te geven. Dit hoeft vaak ook niet, alleen de zaken die van belang zijn voor het gesprek. Hier wordt alles (vooral in verhitte discussies) erbij gehaald, van de financiële situatie, het eetgedrag tot de situatie tussen de lakens (‘your penis is rotten!’ schreeuwde een vrouw naar haar ex). Een vrouw trekt het broekje van haar baby omlaag om te demonstreren dat ze zelfs te weinig geld heeft om luiers te kopen. Het kindje heeft een geïmproviseerde luier van plastic zakken aan.

Geld is hier altijd onderwerp van gesprek. Veel collega’s van mij werken op vrijwillige basis en hebben niet (veel) geld voor eten. Dat maakt het eten van mijn lunch of vertellen over weekendplannen soms ongemakkelijk. Ook hebben mensen hier de neiging om balletjes op te gooien zoals: ik moet naar town, maar kom 10 rand tekort / ik moet een nieuw paspoort, maar heb geen geld voor de pasfoto / mijn dochter is morgen jarig, maar ik heb geen geld voor cadeautje. Ik reageer hier niet op. Wat ik wel vaak doe, is mijn koekjes/fruit uitdelen, lunch kopen bij de Spar of onopvallend hun boodschappen betalen.

Komende week staat in het teken van afscheid nemen. Laatste keer (bijna gratis) cocktails drinken in Florida rd, ontbijten bij Heidi’s met mijn African mum, sushi afscheidsmaal met mijn roomie Do, de laatste keer het stuk lopen naar mijn werk en toegeschreeuwd en nagejuicht worden, laatste keer naar het bejaardentehuis (ze zijn mij sneller vergeten dan ik hen), de laatste keer de dag eindigen op het strand en alle laatste hugs die me te wachten staan.

Normaliter heb ik niet zo’n moeite met afscheid nemen, maar ik zie er nu tegenop.

In het speciaal van de vrouwen en kindjes in het safehouse, welke ik de afgelopen tijd dagelijks zag. Ik en mijn collega’s zijn de enige link die ze in het isolement van veiligheid hebben en daarom is dit contact voor hen belangrijk. Vooral de Zulu vrouwen waren tegenover mij in het begin afwachtend en verlegen, maar nu is het ijs gebroken. Elke keer als ik daar kom, frutselen ze met mijn ‘prinsessenhaar’, ze kletsen over de vreselijke gebeurtenissen die ze hier gebracht hebben en delen zorgen over de toekomst. Als de housemother naar een vergadering moet, ben ik de tijdelijke verantwoordelijke. Op de stapelbedden worden, met meerdere kindjes en moeder samen in bed, na de lunch dutjes gedaan. Ik pluk een baby van het matras die begint te huilen, zodat mama nog even kan liggen. Hier in het safehouse (maar ook in de community) let iedereen op elkaar kroost, beschermt deze en corrigeert waar nodig.

Baby Butternut, pas geboren toen ik begon, is nu dagen druk met om zich heen aan het koekeloeren, schateren en al bijna niet meer op 1 arm te tillen. Ze moet vooral lachen om mijn hoofd en ik word dankbaar ingezet als ze een huilbui heeft. Haar zus begint de laatste weken met praten. Ze kwam laatste kirrend op me af, terwijl ze mijn naam schreeuwde. De moeder heeft te horen gekregen dat ze zeer binnenkort met de meisjes terug mag naar haar familie in Zimbabwe. Ze is opgelucht, maar ook heel bang. Deze week haalden we haar spullen op bij haar ex. Ze had een topje van mij aan en haar haar was door de housemother netjes gevlochten, laat hem zien wat hij mist! Ik wachtte met baby en zus in de auto, maar vader was niet geïnteresseerd om even dag te zeggen. Ik heb beloofd dat voor ik ga, Freek de safehouse laat zien en een taart voor zondag toetjesdag mee neem.

Ik denk dat dit mijn laatste blog is. Ontzettend leuk dat jullie allemaal hebben meegelezen en lieve reacties achterlieten. Ik stond al redelijk sterk in mijn schoenen, maar deze zijn serieus verzwaard door dingen die ik hier heb gezien en meegemaakt. Ik heb in zoveel ongemakkelijke en heftige situaties gezeten en dit maakt mij als professional, maar ook als persoon sterker. Ik hoop en denk dat ik in gesprekken iets positiefs heb kunnen betekenen. Mensen aan het lachen gemaakt of de tranen tevoorschijn getoverd. Het is niet groots, maar voor mij belangrijk.

“You will never be completely at home again, because part of your heart always will be elsewhere. That is the price you pay for the richness of loving and knowing people in more than one place.”






 

Foto’s

5 Reacties

  1. Pake:
    21 maart 2017
    Bedankt voor je prachtige verhalen!
    Je hebt heel veel meegemaakt in het verre land en ik hoop en vertrouw dat je er
    ook veel levenservaring mee hebt opgedaan, waar je in je verdere leven wat
    aan zult hebben.
    Nog gezellige en gelukkige dagen met Freek in Zuid-Afrika en dan ... welkom thuis!
  2. Meindert Brouwer:
    21 maart 2017
    Hoi Meike, je vader stuurde de link naar je blog. Je schrijft heel leuk. Zoals je vertelt over wie je ontmoet, wat je meemaakt en wat je voelt is het alsof ik er zelf bij ben. Dat zullen de andere lezers ook zo ervaren denk ik. Fijn en belangrijk wat je voor de mensen in het safehouse kunt betekenen. Ik denk dat je in je werk heel erg op je plaats bent. Fijne laatste weken met Freek en alle goeds, liefs en groeten van Meindert
  3. Marian Rodenburg:
    22 maart 2017
    Een paar dagen vol afscheid met een lach en een traan. Gelukkig komt Freek over een paar dagen. Geniet ook de komende weken samen.
    Tot over een paar weken.
    Liefs, Marian
  4. Hugo:
    22 maart 2017
    Na maanden van avonturen, belevenissen en indrukken die je levenslang zal blijven herinneren zit het er bijna op. Al jouw verhalen lezend heb je er ontzettend veel geleerd. Nu nog een paar weken met Freek en dan naar huis. Ik kijk ernaar uit om je op Schiphol te zien. Neem je Freek mee
  5. Leo rijpkema:
    3 april 2017
    heel jammer dat het afgelopen is.Wat een tegenstellingen maar ook wat een warmte zoals je het beschrijft.
    Veel plezier met Freek en tot gauw.